Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de eerstgeborene baarde een zoon, en noemde zijn naam Moab; deze is de vader [62]der Moabieten, tot op dezen dag. 62. Hebr. Moab. Een volk in de Heilige Schrift genoeg bekend, hebbende gewoond aan de oostzijde van de Jordaan en de Dode Zee, tussen de rivier Arnon en Jabbok.